Tom van Bakel
Tom van Bakel houdt samen met zijn vrouw Heidi en zoon Thomas geiten op hun boerderij aan de Broekhovenseweg in Riethoven. Dat Tom geitenboer zou worden, of dat hij überhaupt boer zou worden, was onzeker. Behalve voor Tom zelf, die vanaf zijn vierde jaar voor geit Mientje zorgde, die ieder jaar lammetjes kreeg op de boerderij. Vanaf toen wist Tom zéker wat hij later wilde worden en hij was al even vastbesloten om zijn droom waar te maken. Maak kennis met deze eigengereide boer, die zelf zijn pad door hard te werken heeft uitgelegd.
Tom vertelt: “Ik wilde vroeger het liefst varkensboer worden, vooral de zeugenhouderij trok mij erg aan. Mijn ouders hadden alleen koeien en vleesvarkens. Mijn vader had al jong fysieke ongemakken, waardoor ik thuis de verzorging van de dieren deed en de koeien melkte. Als dat klaar was, begon ik aan mijn vaste baan bij de bedrijfshulp waar ik steeds op wisselende zeugenbedrijven het werk deed. Als ik ’s avonds thuis kwam wachtten daar de koeien en vleesvarkens weer.” Dat het hard werken was zag zijn omgeving ook. Tom: “Mijn vader zei altijd: “Ga toch niet boeren, je kunt beter ergens een baan hebben. Ga iets doen waarmee je ooit vrij bent.” Niet dat hij mij het niet gunde, hij wilde mij alleen beschermen tegen de zware kant van het boerenbestaan. Het probleem was alleen dat ik nooit iets anders heb willen worden dan boer.”
Op de thuislocatie zou heel flink moeten worden geïnvesteerd om het toekomstbestendig te maken. Dit zou ontzettend lastig worden, maar nog veel belangrijker: Toms hart ging niet echt uit naar de koeien of de vleesvarkens. Maar toen hij eenmaal samen met Heidi bij een geitenbedrijf ging kijken was hij meteen verkocht. “Het was een sector waar nog niet alles vastomlijnd was, dat sprak mij enorm aan.” Over de start van zijn eigen geitenhouderij vertelt Tom: “Vanaf 1999 heb ik hier geiten. De eerste geiten hebben we van eigen geld gekocht omdat de bank niet wilde financieren. Door koeien en vleesvarkens te verkopen vanuit de maatschap lukte het een start te maken als geitenhouder. Het was niet makkelijk; ik ben de eerste tien jaar niet van de inrit af geweest. Maar in de loop van de jaren heb ik van de winst die ik maakte het bedrijf kunnen uitbreiden. Ik ben er trots op dat ik met niks ben begonnen en er nu een mooi bedrijf staat wat ik op een dag hoop over te dragen aan onze Thomas.”
Familie van Bakel zet de geitenmelk af in België. De prijs van geitenmelk is op dit moment goed, wel merken ze ook hier de stijgende kostprijs van voer, gas en brandstoffen. “Het scheelt dat wij in verhouding veel ruwvoer voeren.” vertelt Tom. “Het rantsoen van onze geiten bestaat uit maïs, gras, bietenpulp en sorghum, aangevuld met een beetje geitenbrok.” Op de vraag wat sorghum is legt Tom uit: “Sorghum is een soort graan dat in Afrika veel wordt gebruikt omdat het met weinig mest en water uit de voeten kan. We telen het daarom vooral op onze wat drogere percelen.”
De ruwvoerteelt, het samenstellen van de rantsoenen en de werkzaamheden rondom het voeren van de geiten zijn overigens echt Thomas zijn verantwoordelijkheid op het bedrijf. Sinds hij vier jaar geleden in het bedrijf is gekomen, heeft zijn vader Tom meer tijd om naast het melken een paar keer per dag rustig tussen de geiten te lopen en de puntjes op de i te zetten. Tom’s vrouw Heidi verzorgt ondertussen de jonge geitjes, wat een dagtaak op zich is. Tom vertelt: “Van half januari tot en met half mei lammeren hier iedere dag meerdere geiten. Een geit krijgt gemiddeld 2 tot 3 lammetjes, die allemaal individuele verzorging nodig hebben.”
In de drukke lammerperiode heeft familie van Bakel altijd een paar extra handjes in de melkstal. Dat zijn drie meiden uit de buurt die ’s avonds met het melken bijspringen. Ook heeft hij sinds kort twee dagen in de week een jongen via Lunetzorg in dienst. Hij helpt de familie van Bakel met allerlei werkzaamheden, die hij op deze werkplek met weinig stress en in zijn eigen tempo mag uitvoeren.
Richting de toekomst heeft familie van Bakel geen groeiplannen. Tom: “Wel zouden we graag de stal voor de lammeren moderniseren. Als dit lammerseizoen achter de rug is, ga ik me daar weer in vastbijten. Ik hoef niet méér geiten, maar ik wil wel investeren in meer welzijn en werkgemak.”