Mart Aarts en Jos Jansen
Bergeijkse boeren richten natuur in – Pielis in Balans
Omdat beelden meer zeggen dan 1000 woorden is de schoonheid van ecologische verbindingszone de Goorloop via een drone vastgelegd. De boeren in het gebied hebben een grote rol gespeeld in de aanleg van het gebied, en krijgen ook een vergoeding voor de werkzaamheden die zij doen om het landschap te onderhouden. Te zien is dat het resultaat van alle inspanningen prachtig is, en de betrokken boeren zijn terecht trots op wat er samen is gerealiseerd in wat zij “onze” Pielis noemen. Toch is in dit geval ook de lange weg vol hobbels er naartoe – die liep van 4 mei 2002 t/m 30 mei 2010 – minstens zo interessant als de eindbestemming. Betrokken boeren van het eerste uur – Mart Aarts en Jos Jansen – aan het woord over doorzettingsvermogen, samen blijven, en de transitie van tegenstander naar eigenaarschap die ze hebben doorgemaakt.
Mart: “Toen we in 2002 voor het eerst van de plannen hoorden voor een ecologische verbindingszone stonden we op onze achterste benen. We zagen het als boeren als een bedreiging, omdat het in de praktijk betekende dat de agrarische familiebedrijven in het gebied op slot kwamen te staan.” Jos: “Terwijl de bestaande landbouw en natuurontwikkeling heel goed samen kunnen gaan, dat hebben we met dit project laten zien. In het gebied de Goorloop zie je nu bijvoorbeeld dat juist in de graanstroken de kwartels zijn teruggekeerd. En laatst is er een heel zeldzaam plantje ontdekt, waarvan de naam me even is ontschoten. De bedreiging van landbouw versus natuur zit hem niet in het gebied zelf, maar bestaat alleen op papier.”
Voor de boeren in de Pielis (waarvan de provincie grond wilde aankopen om de ecologische verbindingszone te realiseren), was het destijds daarom belangrijk dat het op papier niet de bestemming “natuurgebied” kreeg, maar “agrarisch gebied met natuurwaarden”. Zodat ook de landbouw activiteiten doorgang konden vinden. Ook wilden zij graag zelf een rol spelen bij de aanleg en vormgeving van het landschap, waar zij al jaren lang in woonden en werkten. Dit deden ze middels oprichting van agrarische natuurvereniging Pielis in Balans. Mart: “We wilden bewijzen dat we als boeren behalve voor de voedselproductie door onze praktijkervaring ook waardevol konden zijn voor de inrichting van het landschap. Dat het nog nooit in die constructie was uitgevoerd, weerhield ons er niet van om er samen voor te gaan.”
Dat ging niet zonder slag of stoot. Aanvankelijk vertrouwden natuurorganisaties niet dat de boeren het natuurbeheer naar eer en geweten zouden uitvoeren. Ook voor de betrokken overheden als gemeente, waterschap en provincie was het op zijn zachtst gezegd “wennen” aan de voorgestelde werkwijze van de boeren. Mart: “Tijdens een vergadering waarin het leek dat we definitief te ver uit elkaar lagen, kwam uiteindelijk het keerpunt. Gedeputeerde van de provincie Brabant Paul Rüpp die destijds de portefeuille natuur onder zijn hoede had, moest de vergadering schorsen door de onenigheid die er was. Hij was degene die vervolgens alle betrokken organisaties terugbracht naar het gezamenlijke doel, want daar waren we het allemaal over eens. Hij vroeg daarna aan professor Willem Bruil (een hoogleraar agrarisch recht in Wageningen die het gebied en de betrokkenen kende): “Wat is uw mening, is het mogelijk?”. Waarop de professor antwoordde: “Het is hoogst ongebruikelijk wat die inwoners van de Pielis willen, maar het is niet onmógelijk.” Van daaruit konden we constructief gaan samenwerken met elkaar. Uiteindelijk was het op de dag van het Brabantse platteland in 2010 zover, dat we in de kiosk op het terrein bij de feesttent in de Pielis met alle hoge heren en dames de overeenkomst hebben getekend. In 2014 is gestart met de ontwikkeling van de natuur.
Jos: “Of het project geslaagd is? Zeker. Ik ben er vooral trots op dat het ons gelukt is om samen te blijven met zo veel boeren en vast te houden aan de ingezette koers voor onze Pielis. Als ik nu de film bekijk en het gebied vanuit het perspectief van de drone zie denk ik weer: wat mooi wat er allemaal is ontstaan.” Mart vult aan: “Als je begint met het inrichten weet je niet wat er gaat opkomen, het blijft afwachten of een bepaald plantje of dier wel ‘de aard’ krijgt in het gebied. Je vertrouwt op de deskundigen van de natuurorganisaties die de plannen hebben gemaakt, maar de natuur blijft onvoorspelbaar. In 2010 is een nulmeting gedaan van de biodiversiteit in het gebied, dit jaar volgt een nieuwe telling van de dier- en plantensoorten die het gebied rijk is om te kijken waar we staan.”
Dat is ook precies waar boeren en natuurorganisaties elkaar hebben moeten vinden. “Je moet openstaan voor elkaars goede dingen, en oprecht moeite doen om je te verplaatsen in het gezichtspunt van de ander.” vindt Mart. “Wij hebben veel geleerd van de kennis die er bestaat over natuurbeheer, en wij handelen naar de adviezen die we krijgen. Zo hebben we zes kikkerpoelen aangelegd, bloemenstroken, een grote variatie aan struiken die inderdaad een populaire broedplaats blijken voor vogels, en een vijver die in de zomer droog moet vallen. Andersom kunnen mensen die voor natuur hebben geleerd ook groeien door de praktijkervaring die wij door onze dagelijkse werkzaamheden buiten opdoen. Als voorbeeld noemt hij de aangelegde vijver. “Die bleek door de hogere grondwaterstand toch te diep en moest met zand worden opgehoogd. Wij zeiden: wacht maar tot er planten groeien, als die gaan wortelen wordt de poel vanzelf ondieper.”
Zo blijft het met een natuurgebied zoals met alles “work in progress”. Ieder jaar lopen deskundigen door het gebied die de boeren tips geven om bij te sturen. De samenwerking bevalt goed. En voor de boeren brengt het wanneer ze in de natuur aan de slag gaan ook gezelligheid met zich mee. Jos: “Dan gaan we met de groep samen bij iemand koffie drinken en een broodje eten tussen het werken door. Voor de onderlinge binding werkt het positief.” Dat is ook een factor die belangrijk is voor de toekomst van het buitengebied, merkt Mart op. “In de stad wonen mensen soms 10 jaar lang zonder hun buren te kennen. Voor de leefbaarheid op het platteland is het echter cruciaal dat er mensen blijven die binding hebben met de Pielis en met de mensen die er wonen. Ik maak me daarom wel eens zorgen over het grote aantal agrarische bedrijven zonder opvolger. Komen die woningen straks leeg te staan? Komt er iemand wonen die ook zo gek is om naast zijn dagelijkse werk zich in te zetten voor het landschap?” Gelukkig heeft Jos een opvolger voor zijn bedrijf, die inmiddels ook zijn stokje in het bestuur van agrarische natuurvereniging de Pielis heeft overgenomen.
Voor wie de film nog niet heeft gezien: bekijk hem HIER en ontdek de schoonheid van ecologische verbindingszone de Goorloop in de Pielis!