Hans Houbraken

Hans Houbraken (49)  woont op een melkvee- en akkerbouwbedrijf achter in de Maaij. Hans is een actieve ondernemer die erg betrokken is bij de sector. Toen hij vanuit een project over bodemverbetering de vraag kreeg of hij mee wilde doen aan een pilot om klei op zijn Brabantse zandgrond te brengen, hoefde hij naar eigen zeggen: “geen 5 minuten na te denken.” Maak kennis met deze Bergeijkse boer én dit bijzondere project.

Het project maakt deel uit van LIVE CO2SAND, dat gefinancierd wordt door de Europese Unie, Provincie Gelderland en Rijkswaterstaat. Het bouwt voort op proefproject Klei in zand van Wageningen Universiteit/proefbedrijf de Marke. Tóch kan Houbraken als Brabantse boer deelnemen als 1 van de 5 pilotbedrijven. “Oorspronkelijk nam ook provincie Brabant deel aan dit project. Na de tussentijdse val van deGedeputeerde Staten zag het nieuwe bestuur hier vanaf. Gelukkig had provincie Gelderland wél graag een Brabants bedrijf in de pilot, bij voorkeur dicht bij de grens met België (om ook Belgische geïnteresseerden laagdrempelig te kunnen laten bezoeken). Nou, dan zit je bij ons goed op slechts enkele honderden meters van de grens.”

Hans vertelt: “Het verhaal klopte gewoon helemaal. De lutumdeeltjes (hele fijne gronddeeltjes) die kenmerkend zijn voor kleigrond, hebben als gunstige eigenschap dat ze vocht en nutriënten beter vasthouden. Hierdoor is minder bemesting en beregening nodig. Ook zorgen ze voor extra binding van organische stof in de grond. Dat is niet alleen goed voor de gewasgroei, maar verkleint ook de emissie van CO2.” Hij vervolgt: “Dus door hier de grond te verrijken met kleigrond, verbeteren in theorie al deze eigenschappen ook in onze bodem. De komende jaren gaan we in de praktijk ervaren of de werkelijkheid net zo mooi is als de theorie en of het rendabel is. Het scheelt dat de lutumdeeltjes die we toevoegen, in principe voor altijd in de bodem aanwezig blijven en niet worden ‘opgebruikt’.”

Interesse van collega’s is er ook. Afgelopen november tijdens de demo-dag hebben verschillende akkerbouwers en veehouders uit de omgeving de locatie van Houbraken bezocht. Hans legt uit: “Afgelopen najaar zijn in totaal 42 vrachtwagens met hele zware klei gearriveerd op ons bedrijf. We zijn drie dagen bezig geweest om deze te verdelen over 8 hectare landbouwgrond, zodat overal een laagje van 1 cm klei kwam te liggen. Wat een karwei was dat, we hebben onderschat hoe zwaar die klei is. Voor de verspreiding moeten we nog een betere manier zien te vinden.” In het voorjaar wordt de klei met een rotorkopeg fijn gemaakt, waarna hij wordt ondergewerkt zodat hij wordt gemengd met de toplaag van de zandgrond. In 5 jaar tijd gebeurt dit in totaal 3 keer, waarmee het lutumgehalte in de percelen op niveau wordt gebracht van zavel/ lichte kleigrond.

Op de vraag waar die klei dan vandaan komt, antwoordt Hans: “Bij aanleg van natuurprojecten waarvoor bijvoorbeeld een rivier wordt verbreed of natuurlijke oevers worden aangelegd, komt kleigrond vrij. Deze werd voorheen vaak dichtbij afgevoerd en opgeslagen omdat die klei zo vettig is . Maar nu is dus een betere bestemming gevonden voor deze levende grond van hoge kwaliteit.” Om het effect van de verrijkte grond te beoordelen, wordt op één hoek van het perceel geen klei toegediend ter controle. Er wordt gekeken of dit gedeelte van het perceel sneller verdroogt. “Ook kan de gewasopbrengst worden gemeten tijdens de oogst.” vertelt Hans.

Voor zijn koeien teelt Hans maïs en gras. De akkerbouwtak bestaat uit suikerbieten, aardappelen, waspeen, uien en wintergerst. Op het moment ziet Hans de meeste uitdaging in de akkerbouw. Hij legt uit: “Ik ben grondgebonden met mijn melkveetak, het draait goed, mijn koeien lopen in het voorjaar en zomer in de wei en ik lever in een duurzaamheidsconcept. Maar de onduidelijkheid door provinciale en landelijke regelgeving  zorgt ervoor dat ik niet meer flink ga investeren in de melkveetak. Vandaar dat ik openstond voor dit innovatieve project in de akkerbouw.”